De Waterbalans als Methode
Handvat voor het opstellen van een waterbalans
In het gebied van Platform Water Vallei en Eem worden de effecten van klimaatverandering nu al gevoeld. De afgelopen jaren werden deze gebieden geconfronteerd met zowel ernstige droogte als wateroverlast. Dit had een negatieve invloed op de landbouw, de flora en de fauna. Bovendien komt het regionale watersysteem in de toekomst naar verwachting verder onder druk te staan als gevolg van verdere klimaatverandering, maar ook regionale ontwikkelingen bijvoorbeeld in de industrie, woningbouw en drinkwatervoorziening. Om deze opgaven het hoofd te kunnen bieden is meer inzicht in het watersysteem nodig. Binnen deze context is recent vanuit Platform Water Vallei en Eem aandacht gekomen voor de waterbalans. Vanuit deze wens is het doel ontstaan om iedere gemeente haar eigen waterbalans te geven. Vaak is alleen onduidelijk wat nodig is om een waterbalans op te stellen, wat valkuilen zijn en wat met een waterbalans mogelijk is.
De waterbalansmethode als methode blijkt erg simpel: men identificeert simpelweg de inkomende en uitgaande stromen. De complexiteit ligt in welke stromen men meeneemt en naar welke periode men kijkt. Verder zijn onder andere belangrijk het gebied waarnaar men wil kijken, of men bereid is nieuwe gegevens te verzamelen of niet, of men bereid is met gemodelleerde data te werken, en in welk deel van het watersysteem men geïnteresseerd is. Dit zijn te veel variabelen waarmee gevarieerd kan worden om te kunnen standaardiseren. Bovendien blijkt uit de bestaande waterbalansen dat het juist de keuzes zijn op deze variabelen die een waterbalans vorm geven. De waterbalans is dus niet te standaardiseren; zij is volledig afhankelijk van de vraag en vergt dus maatwerk.
De waterbalans is van origine een hydrologische methode om verschillende onderdelen van de hydrologische cyclus te kwantificeren. De gedachte is dat het water dat het systeem in stroomt ergens blijft: het stroomt het gebied uit of wordt in het gebied opgeslagen. Dit vormt een ‘balans’: inkomende stromen = uitgaande stromen + verschil in opslag. Dit principe is op meer situaties van toepassing dan enkel in de hydrologie, en wordt daarom tegenwoordig in vele contexten toegepast. Bovendien zien we in recente jaren een stroomversnelling in de vraag naar waterbalansen vanuit gemeenten. Als gevolg van deze grote hoeveelheid contexten, de complexiteit van de materie en de grote variatiemogelijkheden is de boodschap “ik wil een waterbalans” alleen verre van eenduidig. Bovendien worden vanwege de grote onderlinge variatie weinig lessen van elkaar geleerd en worden valkuilen niet geïdentificeerd, wat ten koste gaat van de kwaliteit en bruikbaarheid van de opgestelde waterbalans.
Meer lezen hierover? Bekijk de bestanden hieronder: